Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde sub 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde sub 2] ,wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/409757 / KG ZA 24-596)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven en producties;
- de memorie van antwoord met producties;
- het op 17 juni 2025 ingekomen H12 formulier van de zijde van Woonbedrijf, met producties 16 tot en met 21;
- het op 18 juni 2025 ingekomen H12 formulier van de zijde van Woonbedrijf, met productie 22;
- het op 24 juni 2025 ingekomen H12 formulier van de zijde van Woonbedrijf, met productie 23;
- het op 25 juni 2025 ingekomen H12 formulier van de zijde van [geïntimeerden] , met producties 10 en 11;
- de mondelinge behandeling, waarbij partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd.
3.De beoordeling
Woonbedrijf heeft de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en heeft bij de kantonrechter ontruiming van de woning gevorderd. De kantonrechter heeft de vordering in kort geding afgewezen en geoordeeld dat van Woonbedrijf kan worden gevergd dat zij de uitkomst van de bodemprocedure afwacht. De kantonrechter overwoog (onder meer) dat hij over onvoldoende informatie beschikt om een inschatting te kunnen maken van de uitkomst van de bodemprocedure.
- [geïntimeerde sub 1] verklaarde dat zijn medeverdachte een groene buis had meegenomen naar zijn woning.
- [geïntimeerde sub 1] verklaarde dat ze de groene buis op tafel hebben gelegd en een stukje hebben uitgeschoven.
- [geïntimeerde sub 1] verklaarde dat er ineens een enorme knal was.
- [geïntimeerde sub 1] verklaarde dat hij niet wist wat het voor een buis het was en dat ze niet wisten dat het om militair materiaal ging.
Pagina 5
Verdachte [geïntimeerde sub 1] verklaarde dat [persoon A] met de groene pijp naar hem toe was gekomen om het samen te bekijken en te experimenteren. Verdachte [geïntimeerde sub 1] verklaarde dat hij de groene pijp op tafel had gelegd en zag dat er wat klipjes en pinnetjes op zaten. Hij verklaarde dat er een buitenlandse beschrijving op de groene pijp stond.
V: Met welk doel is [persoon A] met dat apparaat gekomen?
V: Wanneer had je dat ding in je handen?
Pagina 72 en 73:
V: Je bent gisteren aangehouden in de woning aan het [adres A] . Vertel eens?
Ik kwam binnen, thuis had ik hem eerst in de zak gedaan maar was te klein. Van beide kanten heb ik het in de vuilniszak gedaan. Toen opgerold.
zij aansprakelijk zijnvoor de schade van de woning, zoals beschreven in artikel 7:206 lid 2. Een tekortkoming waarvoor de huurder aansprakelijk is, is ingevolge artikel 7:204 lid 2 BW immers geen ‘gebrek’ want een ‘aan de huurder toe te rekenen omstandigheid’ zoals bedoeld in artikel 7:204 lid 2 BW.
Anders dan [geïntimeerden] menen heeft Woonbedrijf, naar het oordeel van het hof, dus recht op ontbinding van de huurovereenkomst als het desbetreffende gebrek aan hen toerekenbaar is (bijvoorbeeld in geval van schade aan het gehuurde die door de huurder of ‘de zijnen’ is veroorzaakt, maar ook ten gevolge van feiten en omstandigheden die in hun risicosfeer liggen).
Van [geïntimeerden] kon redelijkerwijs worden gevergd een dergelijk object buiten het gehuurde te houden en Woonbedrijf kan en mag in redelijkheid van haar huurders verwachten dat zij een dergelijk explosief en militair object (waarvan het voorhanden hebben strafbaar is gesteld in de Wet Wapens en Munitie) niet op hun keukentafel in een huurhuis in een tussenwoning in een woonwijk hebben liggen om het te onderzoeken. Kennelijk was ook [geïntimeerde sub 2] die mening toegedaan toen zij [geïntimeerde sub 1] vroeg waarom dat groene ding op de tafel moest. Van [geïntimeerde sub 1] mocht ook worden verwacht dat, als het object zich al in het gehuurde bevond, hij er van af zou blijven en evenmin zou toestaan dat [persoon A] het wapen beroerde. Zulks geldt temeer gezien het gevaarzettende karakter van een wapen van deze aard en als men er, zoals [geïntimeerde sub 1] zelf bij de politie heeft verklaard, mee gaat experimenteren (en het gaat beroeren / uitschuiven). Welke handeling het wapen precies heeft doen afvuren is volgens het hof niet relevant: beiden hebben het beroerd en [geïntimeerden] zijn bovendien op grond van artikel 7:219 BW aansprakelijk voor de gedragingen van [persoon A] . Dat [geïntimeerde sub 1] wel enig vermoeden had omtrent de aard van het voorwerp acht het hof overigens niet onaannemelijk nu hij heeft verklaard dat hij om nadere informatie te verkrijgen een kennis uit het Oostblok video-belde. Deze kennis had in het leger gezeten in Kroatië en had mogelijk ook kennis van de taal op het object.
Alle (kenbare) feiten en omstandigheden hadden voor [geïntimeerden] aanleiding moeten zijn het voorwerp buiten het gehuurde te houden en er in ieder geval van af te blijven.
- explootkosten € 137,46
- griffierecht € 688,-
- salaris advocaat
- explootkosten € 146,43
- griffierecht € 827,00
- salaris advocaat/gemachtigde € 2.428,00 (2 punten tarief II)
- nakosten