Uitspraak
GERECHTSHOF ’ s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde sub 1] ,
Social Deal B.V.,
Social Travel Deal B.V.,
- 11368452 CV EXPL 24-5894 tussen [geïntimeerde sub 1] als eiseres in conventie, verweerder in reconventie en HaDer als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie (hierna: zaak 24-5894) en
- 11409248 CV EXPL 24-6437 tussen HaDer als eiseres en Social Deal en Social Deal Travel als gedaagden (hierna: zaak 24-6437).
1.De gedingen in eerste aanleg (zaken 11368452 CV EXPL 24-5894 en
11409248 CV EXPL 24-6437)
2.Het geding in hoger beroep
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde sub 1] met producties 1HB tot en met 10HB;
- de memorie van antwoord van Social Deal en Social Deal Travel;
- de mondelinge behandeling, waar:
3.De beoordeling
“ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR ONBEPAALDE TIJD”(hierna: Contract) bevat in:
- artikel 10 een geheimhoudingsbeding;
- artikel 12 een concurrentiebeding;
- artikel 13 een relatiebeding;
- artikel 14 een ronselbeding;
- artikel 15 een boetebeding voor overtreding van de in de artikelen 9 tot en met 14 bedoelde bedingen.
- HaDer veroordeeld te dulden dat [geïntimeerde sub 1] in dienst treedt en blijft bij Social Deal zonder dat HaDer aanspraak kan maken op verbeurde boetes in verband met het overtreden van het tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding;
- HaDer veroordeeld in de proceskosten van [geïntimeerde sub 1] , te vermeerderen met wettelijke rente;
“ [geïntimeerde sub 1] ”,maar blijkens het verhandelde ter zitting begrijpen zowel partijen als het hof dat sprake is van een kennelijke verschrijving en moet hiervoor worden gelezen:) HaDer veroordeeld in de proceskosten van [geïntimeerde sub 1] , te vermeerderen met wettelijke rente;
- in zaak 24-5894 de vorderingen van [geïntimeerde sub 1] in conventie alsnog zal afwijzen en haar vorderingen in reconventie alsnog zal toewijzen;
- in zaak 24-6437 haar vorderingen alsnog zal toewijzen;
- [geïntimeerde sub 1] , Social Deal en Social Deal Travel hoofdelijk zal veroordelen tot betaling van de proceskosten in beide instanties, te vermeerderen met wettelijke rente.
Werkgever”in de zin van het concurrentiebeding kan worden aangemerkt en ontkent bovendien dat HaDer en Social Deal concurrenten zijn. Voor het geval toch concurrentie mocht worden aangenomen, zegt [geïntimeerde sub 1] -met een beroep op de uitzondering in het concurrentiebeding- op geen enkele wijze gebruik te kunnen maken van concurrentiegevoelige informatie van HaDer om haar functie bij Social Deal te vervullen. Voor het geval toch een schending van het concurrentiebeding mocht worden aangenomen, zegt [geïntimeerde sub 1] dat het belang van Social Deal niet opweegt tegen haar belang van een vrije arbeidskeuze voor het werken bij Social Deal. Voor het geval dat in rechte mocht worden beslist dat het concurrentiebeding zich tegen indiensttreding bij Social Deal verzet, zegt [geïntimeerde sub 1] aan die rechterlijke beslissing
“Werkgever”in de zin van het concurrentiebeding dienen te worden verstaan. HaDer ziet Social Deal als concurrent en meent dat Social Deal doende is haar activiteiten in de reisbranche onder de naam van Social Deal Travel en/of via de in 2013 opgerichte Social Deal Travel verder uit te breiden. Volgens HaDer was [geïntimeerde sub 1] bij haar eindverantwoordelijk voor de operationele [YY] en beschikt [geïntimeerde sub 1] over zodanige concurrentiegevoelige (commerciële, technische en strategische) kennis dat zij hiermee vanuit een vergelijkbare (relatief hoge) functie bij Social Deal het bedrijfsdebiet van HaDer kan aantasten. HaDer zegt dat [geïntimeerde sub 1] ’ belang van een vrije arbeidskeuze niet opweegt tegen haar belang bij handhaving van het concurrentiebeding.
“Werkgever”in de zin van het concurrentiebeding zoals dat in artikel 12 Contract is neergelegd.
“Werkgever”. [geïntimeerde sub 1] wijst er terecht op dat het Contract in de kop vermeldt dat HaDer daarin wordt aangeduid als
“Werkgever”, welke onderneming zich blijkens inschrijving bij de Kamer van Koophandel bezig houdt met:
“Werkgever”in de zin van het concurrentiebeding dienen te worden verstaan en dat het [geïntimeerde sub 1] op grond van het concurrentiebeding na het einde van het dienstverband (ook) niet zonder meer is toegestaan werkzaam te zijn voor of betrokken te zijn bij een onderneming die concurreert met hun reisactiviteiten.
“Werkgever”,dus HaDer. Hoewel aan de beschreven tekst in beginsel geen beslissende betekenis toekomt, komt daaraan hier wel relevant gewicht toe. Het in artikel 12 Contract beschreven concurrentiebeding is tot stand gekomen zonder onderhandelingen, eenzijdig door HaDer opgesteld en bevat geen enkele verwijzing naar andere ondernemingen dan HaDer. Voor zover HaDer destijds de bedoeling mocht hebben gehad om ook de aan haar gelieerde ondernemingen Prijsvrij, D-Reizen Online, D-Reizen Retail en Sunmix daaronder te vatten ter bescherming van hun reisactiviteiten, blijft onverklaard en verbaast het dat het concurrentiebeding zich ondanks de hiervoor bedoelde concurrentie beperkt tot verboden werkzaamheden voor of betrokkenheid bij een bedrijf dat concurreert met alleen
“Werkgever”. Dit geldt nog temeer nu het in artikel 13 Contract vervatte relatiebeding zich nadrukkelijk wel uitstrekt tot verboden contacten en relaties van
“Werkgever, en de aan haar gelieerde ondernemingen”en het in artikel 14 Contract opgenomen ronselbeding ook verbiedt werknemers te benaderen om hen te bewegen tot een beëindiging van het dienstverband met
“Werkgever dan wel met een aan Werkgever gelieerde onderneming”.
- griffierecht € 798,--
- salaris gemachtigde € 2.428,-- (2 punten x tarief II HB)
- nakosten € 278,--(plus verhoging conform beslissing)