5.26.Het hof stelt vast dat de draagkracht van beide ouders tezamen telkens per maand
in 2023 € 222,- (man) + € 50,- (vrouw) = € 272,-
in 2024 € 236,- (man) + € 53,- (vrouw) = € 289,- en
in 2025 € 251,- (man) + € 57,- (vrouw) = € 308,-,
onvoldoende is om volledig in de behoefte van de kinderen te voorzien.
2023
Nu het tekort in 2023 (€ 400,- - € 272,- = € 128,-) kleiner is dan tweemaal de zorgkorting (2 x € 100,- = € 200,-) wordt dit tekort aan beide ouders voor de helft toegerekend. Voor de man betekent dit dat de helft van het tekort (€ 128,- / 2 = € 64,-) in mindering komt op zijn zorgkorting van € 100,- per maand, zodat de door hem te betalen bijdrage als volgt wordt berekend: € 222,- minus (€ 100,- - € 64,-) = € 186,- per maand, oftewel € 93,- per kind per maand.
2024
Nu het tekort in 2024 (€ 424,- - € 289,- = € 135,-) kleiner is dan tweemaal de zorgkorting (2 x € 106,- = € 212,-) wordt dit tekort aan beide ouders voor de helft toegerekend. Voor de man betekent dit dat de helft van het tekort (€ 135,- / 2 = € 67,50) in mindering komt op zijn zorgkorting van € 106,- per maand, zodat de door hem te betalen bijdrage als volgt wordt berekend: € 236,- minus (€ 106,- - € 67,50) = € 197,50 per maand, oftewel € 98,75 per kind per maand.
2025
Nu het tekort in 2025 (€ 452,- - € 308,- = € 144,-) kleiner is dan tweemaal de zorgkorting (2 x € 113,- = € 226,-) wordt dit tekort aan beide ouders voor de helft toegerekend. Voor de man betekent dit dat de helft van het tekort (€ 144,- / 2 = € 72,-) in mindering komt op zijn zorgkorting van € 113,- per maand, zodat de door hem te betalen bijdrage als volgt wordt berekend: € 251,- minus (€ 113,- - € 72) = € 210,- per maand, oftewel € 105,- per kind per maand.