Uitspraak
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2024 te [geboorteplaats] .
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, hierna te noemen: de GI;
[de vader], hierna te noemen: de vader.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder, Danielle Gerarda Hendrina Wilhelmina, tegen de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 8 november 2024, waarin een machtiging tot uithuisplaatsing van haar minderjarige kinderen is verleend. De moeder is van mening dat de uithuisplaatsing niet noodzakelijk is en dat zij in staat is om voor haar kinderen te zorgen. De vader van de kinderen ondersteunt de moeder in haar verzoek. De Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling (GI) zijn echter van mening dat de veiligheid van de kinderen in gevaar is en dat de moeder niet in staat is om een stabiele opvoedomgeving te bieden. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 januari 2025 zijn de betrokken partijen gehoord, waaronder de moeder, de vader, de GI en de Raad. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder een belast verleden heeft en dat eerdere kinderen uit huis zijn geplaatst. De gezinsopname bij een instantie is voortijdig beëindigd, wat de zorgen over de opvoedcapaciteiten van de moeder versterkt. Het hof concludeert dat de uithuisplaatsing van de kinderen noodzakelijk is voor hun ontwikkeling en veiligheid. De beschikking van de rechtbank wordt bekrachtigd.