Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- [appellant] , bijgestaan door mr. Mattheussens;
- mevrouw [bewindvoerder] van [bedrijf] , hierna te noemen: de bewindvoerder.
3.De beoordeling
- In de periode juni 2023 – december 2024 heeft [appellant] € 12.507,70 op zijn rekening bijgeschreven gekregen van het UWV nadat zijn maandinkomen was gestegen vanwege een auto van de zaak. Dat bedrag is besteed aan de dagelijkse kosten van de huishouding en verwervingskosten en niet aan luxe goederen of vakanties. Het bedrag is met name aangewend om de brandstofkosten en overige kosten van de auto te betalen, omdat er maandelijks een structureel tekort is en [appellant] de auto nodig heeft om van en naar het werk te gaan. [appellant] vindt dat het hem niet aan te rekenen valt dat de uitkering niet is afgedragen aan de bewindvoerder, omdat hij de bewindvoerder van de aanvulling (mondeling) in kennis had gesteld, zij ook inzage had in de betreffende bankafschriften en de bewindvoerder niet eerder heeft aangegeven dat hij de aanvullingen moest overmaken aan de boedel. Gezien het voorgaande vindt [appellant] dat op hem geen terugbetalingsverplichting rust, althans dat het geen omstandigheid is om na bijna drie jaar de schuldsanering zonder schone lei te beëindigen.
- Volgens [appellant] heeft hij de bewindvoerder – uiteindelijk – alle van belang zijnde informatie verstrekt en is er geen sprake van een tekortkoming die vanwege zijn aard of ernst niet buiten beschouwing kan blijven.
- [appellant] is van mening dat in dit geval een uitzondering moet worden gemaakt en dat de gift van zijn werkgever niet in de boedel valt, omdat [appellant] (bijna) altijd heeft gewerkt en afdrachten naar vermogen heeft gedaan, de achterstand hem niet aan te rekenen is en het actief nagenoeg nihil zal zijn als het faillissement volgt.
- Bij een verlenging van 24 maanden kan volgens [appellant] de boedelschuld worden ingelost, doordat hij maandelijks afgerond € 525,= afdraagt (productie 9: plan van aanpak).
- [appellant] vraagt het hof hem een allerlaatste kans te geven. Volgens [appellant] zal hij zich verder ten volle inzetten om de verplichtingen stipt en volledig na te komen.
Daarnaast moet u ook zelf alle inlichtingen geven waarvan u weet of vermoedt dat deze voor de schuldsanering van belang zijn, zoals wijzigingen in uw thuis-, arbeids- of
financiële situatie. (…)
Alles boven het vaste maandbedrag dient op de boedelrekening te