Uitspraak
18 december 1992.
Hoge Raad
In deze zaak heeft Beleggingsmaatschappij Reimborg B.V. (verzoekster) een verzoek ingediend bij de Kantonrechter te Groningen om de huurprijs van een bedrijfspand aan de Vismarkt 42 te Groningen vast te stellen. Het verzoek was gericht op een huurprijs van f 155.000,-- exclusief BTW per jaar. De Kantonrechter heeft de Bedrijfshuuradviescommissie om advies gevraagd, waarna de huurprijs bij eindbeschikking op 10 juni 1991 werd vastgesteld op f 99.894,-- per jaar. Reimborg heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Groningen, die op 17 januari 1992 de eerdere beschikkingen heeft vernietigd en de huurprijs heeft vastgesteld op f 91.290,62 exclusief BTW per jaar.
Tegen deze beschikking heeft Reimborg cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal Hartkamp gevolgd, die tot vernietiging van de beschikking van de Rechtbank strekte. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank onbegrijpelijke oordelen had geveld over de oppervlakte van het bedrijfspand en de berekening van de huurprijs. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor verdere behandeling en beslissing.
De Hoge Raad heeft ook de kosten van het geding in cassatie gereserveerd tot de einduitspraak, waarbij de kosten aan de zijde van Reimborg zijn begroot op f 350,-- aan verschotten en f 2.500,-- voor salaris, terwijl aan de zijde van Breda de kosten op nihil zijn vastgesteld. Deze beschikking is gegeven op 18 december 1992.