ECLI:NL:HR:1992:4

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 december 1992
Publicatiedatum
28 juli 2021
Zaaknummer
8125
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A. Bloembergen
  • J. Mijnssen
  • A. Davids
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling huurprijs van een bedrijfspand aan de Vismarkt te Groningen

In deze zaak heeft Beleggingsmaatschappij Reimborg B.V. (verzoekster) een verzoek ingediend bij de Kantonrechter te Groningen om de huurprijs van een bedrijfspand aan de Vismarkt 42 te Groningen vast te stellen. Het verzoek was gericht op een huurprijs van f 155.000,-- exclusief BTW per jaar. De Kantonrechter heeft de Bedrijfshuuradviescommissie om advies gevraagd, waarna de huurprijs bij eindbeschikking op 10 juni 1991 werd vastgesteld op f 99.894,-- per jaar. Reimborg heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Groningen, die op 17 januari 1992 de eerdere beschikkingen heeft vernietigd en de huurprijs heeft vastgesteld op f 91.290,62 exclusief BTW per jaar.

Tegen deze beschikking heeft Reimborg cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal Hartkamp gevolgd, die tot vernietiging van de beschikking van de Rechtbank strekte. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank onbegrijpelijke oordelen had geveld over de oppervlakte van het bedrijfspand en de berekening van de huurprijs. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor verdere behandeling en beslissing.

De Hoge Raad heeft ook de kosten van het geding in cassatie gereserveerd tot de einduitspraak, waarbij de kosten aan de zijde van Reimborg zijn begroot op f 350,-- aan verschotten en f 2.500,-- voor salaris, terwijl aan de zijde van Breda de kosten op nihil zijn vastgesteld. Deze beschikking is gegeven op 18 december 1992.

Uitspraak

18 december 1992
Eerste Kamer
Rek.nr. 8125
Br.
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
Beleggingsmaatschappij Reimborg B.V.,
gevestigd te Groningen,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: Jhr. Mr. J.L.R.A. Huydecoper,
t e g e n
Brouwerij Breda B.V.,
gevestigd te Breda,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 2 maart 1990 gedateerd verzoekschrift heeft verzoekster tot cassatie – verder te noemen Reimborg – zich gewend tot de Kantonrechter te Groningen met verzoek om de huurprijs van het bedrijfspand aan de Vismarkt 42 te Groningen vast te stellen op f 155.000,-- exclusief BTW per jaar, althans op een zodanig bedrag als de Kantonrechter in goede justitie zal vermenen te behoren
Nadat verweerster in cassatie – verder te noemen Breda – tegen het verzoek verweer had gevoerd, heeft de Kantonrechter bij tussenbeschikking van 1 juni 1990 de Bedrijfshuuradviescommissie opgedragen advies uit te brengen en bij eindbeschikking van 10 juni 1991 de huurprijs voor het onderhavige pand met ingang van 5 maart 1990 vastgesteld op f 99.894,-- per jaar, met inbegrip van de op f 3.600,-- gestelde huurprijs van de bovenwoning.
Tegen beide beschikkingen heeft Reimborg hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Groningen, waarna Breda incidenteel hoger beroep heeft ingesteld.
Bij beschikking van 17 januari 1992 heeft de Rechtbank de bestreden beschikkingen vernietigd en de huurprijs voor het litigieuze pand met ingang van 5 maart 1990 vastgesteld op f 91.290,62 exclusief BTW per jaar.
De beschikking van de Rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de Rechtbank heeft Reimborg beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal Hartkamp strekt tot vernietiging van de bestreden beschikking van de Rechtbank en tot verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Leeuwarden ter verdere behandeling en beslissing.
3. Beoordeling van het middel
Onderdeel I is gegrond. In het licht van hetgeen in de toelichting op het onderdeel wordt aangevoerd is onbegrijpelijk dat de Rechtbank in rov. 2 de oppervlakte van de eerste etage van het bedrijfspand Vismarkt 42 heeft gesteld op 118 m².
Onderdeel IIa is eveneens gegrond. Het is onbegrijpelijk dat de Rechtbank, uitgaande van de door haar vastgestelde oppervlaktematen en de overige door haar aangenomen berekeningsgrondslagen, de huurprijs van het bedrijfspand Vismarkt 42 heeft berekend op f 91.290,62.
Onderdeel IIb behoeft geen behandeling.
Breda heeft de onbegrijpelijke oordelen van de Rechtbank niet verdedigd, noch uitgelokt. In verband daarmee zullen de kosten van het geding in cassatie in voege als hierna vermeld worden gereserveerd tot de einduitspraak.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de beschikking van de Rechtbank te Groningen van 17 januari 1992;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Leeuwarden ter verdere behandeling en beslissing;
verstaat dat omtrent de kosten van het geding in cassatie zal worden beslist bij de einduitspraak, en begroot deze kosten tot de uitspraak in cassatie aan de zijde van Reimborg op f 350,-- aan verschotten en f 2.500,-- voor salaris, en aan de zijde van Breda op nihil.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren Bloembergen, als voorzitter, Mijnssen en Davids, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer Davids op
18 december 1992.