ECLI:NL:HR:2000:AA4981
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A. van Brunschot
- M. van Vliet
- J. van Amersfoort
- L. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en proceskostenvergoeding
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting die aan de belanghebbende is opgelegd voor het motorrijtuig met kenteken AA-AA-00. De aanslag betreft de periode van 25 oktober 1995 tot en met 24 januari 1996 en bedraagt f 266,-- aan enkelvoudige belasting, met een verhoging van honderd procent. De Inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag kwijtschelding verleend tot op f 50,--. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag en de beschikking inzake de verhoging gehandhaafd. De belanghebbende is vervolgens in beroep gegaan bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur heeft bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
De belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. Tijdens de beoordeling van het cassatiemiddel is gebleken dat de Inspecteur, op verzoek van de Staatssecretaris, de naheffingsaanslag heeft vernietigd nadat het beroep in cassatie was ingesteld. Hierdoor kan het cassatieberoep niet leiden tot een voor de belanghebbende gunstiger beslissing, waardoor het middel faalt bij gebrek aan belang.
De Hoge Raad heeft in het licht van deze bevindingen de Staatssecretaris gelast om aan de belanghebbende het door hem geheven griffierecht te vergoeden. Tevens is de Staatssecretaris veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op f 355,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De beslissing van de Hoge Raad is op 1 maart 2000 openbaar uitgesproken door de vice-president en de raadsheren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier.