ECLI:NL:HR:2000:AA5959

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 mei 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R99/168HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R. Herrmann
  • A.E.M. van der Putt-Lauwers
  • J.B. Fleers
  • W.H. Heemskerk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de nietigheid van een huwelijk na overlijden

In deze zaak gaat het om een verzoek tot cassatie van [verzoeker] tegen de beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin het hoger beroep van [verzoeker] tegen de uitspraak van de Rechtbank te Amsterdam werd afgewezen. De Rechtbank had op 14 oktober 1998 de verweersters in cassatie ontvankelijk verklaard in hun verzoek tot nietigheid van het huwelijk dat op 15 februari 1996 was gesloten tussen de op 23 mei 1996 overleden [echtgenote] en [verzoeker]. De verweersters vroegen de Rechtbank om de nietigheid van het huwelijk uit te spreken, dan wel om te verklaren dat het huwelijk nietig was, met veroordeling van [verzoeker] in de proceskosten, inclusief de kosten van conservatoire beslagen. Na de afwijzing van het hoger beroep door het Gerechtshof op 29 juli 1999, heeft [verzoeker] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal Strikwerda gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad oordeelde dat het middel faalt op de gronden die in de conclusie zijn uiteengezet. De beslissing van de Hoge Raad werd op 26 mei 2000 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

26 mei 2000
Eerste Kamer
Rek.nr. R99/168HR
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr T.H. Tanja-van den Broek,
t e g e n
1. [verweerster 1],
2. [verweerster 2],
3. [verweerster 3],
VERWEERSTERS in cassatie,
advocaat: mr J.K. Franx.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 29 januari 1998 ter griffie van de Rechtbank te Amsterdam ingediend verzoekschrift hebben verweersters in cassatie […] zich gewend tot die Rechtbank en verzocht de nietigheid uit te spreken van het huwelijk gesloten op 15 februari 1996 tussen de op 23 mei 1996 te Amsterdam overleden [echtgenote] en verzoeker tot cassatie - verder te noemen: [verzoeker] - althans voor recht te verklaren dat het huwelijk nietig is, met veroordeling van [verzoeker] in de kosten van de procedure, waaronder de kosten verbonden aan de conservatoire (derden) beslagen.
[Verzoeker] heeft verzocht [verweersters] niet-ontvankelijk te verklaren en heeft vervolgens het verzoek gemotiveerd bestreden.
De Rechtbank heeft bij beschikking van 14 oktober 1998 [verweersters] ontvankelijk in hun verzoek verklaard en hen tot bewijslevering toegelaten.
Tegen deze beschikking heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam.
Bij beschikking van 29 juli 1999 heeft het Hof het hoger beroep van [verzoeker] afgewezen en de beschikking waarvan beroep voor zover aan 's Hofs oordeel onderworpen bekrachtigd.
De beschikking van het Hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het Hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweersters] hebben verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
Het middel faalt op de gronden uiteengezet in de conclusie van de Advocaat-Generaal Strikwerda.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren R. Herrmann, als voorzitter, A.E.M. van der Putt-Lauwers en J.B. Fleers, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.H. Heemskerk op 26 mei 2000.