ECLI:NL:HR:2000:AA5959
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de nietigheid van een huwelijk na overlijden
In deze zaak gaat het om een verzoek tot cassatie van [verzoeker] tegen de beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin het hoger beroep van [verzoeker] tegen de uitspraak van de Rechtbank te Amsterdam werd afgewezen. De Rechtbank had op 14 oktober 1998 de verweersters in cassatie ontvankelijk verklaard in hun verzoek tot nietigheid van het huwelijk dat op 15 februari 1996 was gesloten tussen de op 23 mei 1996 overleden [echtgenote] en [verzoeker]. De verweersters vroegen de Rechtbank om de nietigheid van het huwelijk uit te spreken, dan wel om te verklaren dat het huwelijk nietig was, met veroordeling van [verzoeker] in de proceskosten, inclusief de kosten van conservatoire beslagen. Na de afwijzing van het hoger beroep door het Gerechtshof op 29 juli 1999, heeft [verzoeker] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal Strikwerda gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad oordeelde dat het middel faalt op de gronden die in de conclusie zijn uiteengezet. De beslissing van de Hoge Raad werd op 26 mei 2000 openbaar uitgesproken.