ECLI:NL:HR:2000:AA6336
Hoge Raad
- Cassatie
- H.L.J. Roelvink
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Verstekverlening in cassatie tegen niet verschenen verweerders
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Groen, op 8 februari 2000 beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, gewezen op 22 december 1999. De verweerders in cassatie, die zich zonder recht of titel bevonden in het Rijksmonument 'Tammensheerdt' te Pieterburen, zijn niet verschenen op de zitting van de Hoge Raad op 10 maart 2000. Eiser heeft verzocht om verstekverlening tegen de verweerders, waarop de Advocaat-Generaal Spier heeft geconcludeerd tot weigering van het verstek. De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat, nu de verweerders niet zijn verschenen en de voorgeschreven formaliteiten en termijnen zijn nageleefd, verstek verleend kan worden.
De Hoge Raad heeft de zaak vervolgens naar de rol verwezen voor uitlating door eiser over de overschrijding van de cassatietermijn. Het beroep in cassatie tegen de uitspraak van een gerechtshof in kort geding moet binnen zes weken na de uitspraak worden ingesteld, en in dit geval was het beroep te laat ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak naar de rol verwezen voor verdere behandeling, waarbij eiser zijn standpunt over de termijnoverschrijding moet toelichten. Dit arrest is gewezen door vice-president H.L.J. Roelvink als voorzitter, samen met de raadsheren R. Herrmann en J.B. Fleers, en is openbaar uitgesproken door raadsheer W.H. Heemskerk op 30 juni 2000.