ECLI:NL:HR:2001:AA9246
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 24 september 1999, nr. 98/00707. De zaak betreft een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1994, die na bezwaar door de Inspecteur is verminderd. Belanghebbende is in beroep gegaan bij het Hof, maar werd bij beschikking van 27 oktober 1998 door de Voorzitter van de Belastingkamer van het Hof niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Het Hof heeft het verzet van belanghebbende tegen deze beschikking ongegrond verklaard. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht, evenals het beroepschrift in cassatie.
De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld. Een van de klachten betrof de vraag of verzending per fax van een beroepschrift gelijkgesteld kan worden aan verzending per post, zoals bedoeld in artikel 6:9, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht. De Hoge Raad oordeelt dat dit niet het geval is, aangezien de strekking van de bepaling is om rekening te houden met vertraging bij verzending per post, wat niet van toepassing is bij verzending per fax. De overige klachten van belanghebbende kunnen evenmin tot cassatie leiden, en de Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep ongegrond. Dit arrest is op 3 januari 2001 vastgesteld door de raadsheer D.H. Beukenhorst als voorzitter, en de raadsheren L. Monné en C.B. Bavinck, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en op die datum in het openbaar uitgesproken.