ECLI:NL:HR:2001:AA9769
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- C.H.M. Jansen
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Huurkoopovereenkomst en ontbinding in cassatie
In deze zaak gaat het om een huurkoopovereenkomst die op 12 oktober 1996 is gesloten tussen de huurkopers, bestaande uit [Eiser 1], [Eiseres 2], de gezamenlijke erfgenamen van wijlen [erflater] en [Eiseres 4], en de huurverkoper, vertegenwoordigd door haar directeur [betrokkene A]. De overeengekomen huurkoopprijs bedroeg Aƒ 108.500,--, te betalen in maandelijkse termijnen van Aƒ 1.105,--. De huurkopers hebben echter sinds december 1997 geen betalingen meer verricht. De huurverkoper heeft daarop de ontbinding van de huurkoopovereenkomst gevorderd en in reconventie de huurkopers aangesproken op hun verplichtingen uit de overeenkomst, inclusief betaling van het restant van de huurkoopsom en boeterente.
Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 26 augustus 1998 in conventie de huurkoopovereenkomst ontbonden, maar de vordering tot schadevergoeding afgewezen. In reconventie werd de vordering van de huurverkoper afgewezen. De huurverkoper ging in hoger beroep bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, dat op 18 januari 2000 het vonnis van het Gerecht vernietigde en de huurkopers veroordeelde tot betaling van Aƒ 34.138,15, vermeerderd met rente en kosten.
De huurkopers hebben vervolgens cassatie ingesteld tegen de vonnissen van het Hof. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 2 februari 2001 het beroep in cassatie verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet onjuist had geoordeeld over de toepasselijkheid van de Tijdelijke wet huurkoop onroerende zaken en dat het concordantiebeginsel niet meebracht dat de Nederlandse wetgeving automatisch van toepassing was op Aruba. De huurkopers werden in de proceskosten veroordeeld, die aan de zijde van de huurverkoper op nihil werden begroot.