ECLI:NL:HR:2001:AB2449
Hoge Raad
- Cassatie
- Korthals Altes
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onteigening ten algemene nutte door de Gemeente Echt
In deze zaak heeft de Gemeente Echt op 7 augustus 2000 [verweerder 2] gedagvaard voor de Arrondissementsrechtbank te Roermond, met het verzoek om vervroegd onteigening uit te spreken ten behoeve van de Gemeente van een perceel grasland, kadastraal bekend gemeente Echt, sectie [..], ter grootte van 2.36.60 ha. Tevens werd een voorschot op de schadeloosstelling gevorderd. De rechtbank heeft op 12 oktober 2000 vonnis gewezen, waarbij de onteigening werd uitgesproken en het voorschot op de schadeloosstelling werd vastgesteld op f 425.880,--. Dit vonnis is aan het arrest gehecht.
[Eiseres] heeft het vonnis van de rechtbank bestreden met een cassatieberoep. De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal J.W. Ilsink heeft op 21 maart 2001 geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiseres] in haar cassatieberoep voor zover dat is gewezen tussen de Gemeente en [verweerder 2], en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat [verweerder 2] niet samen met de Gemeente als verweerder in deze cassatieprocedure kan worden betrokken, waardoor [eiseres] in haar cassatieberoep tegen het bestreden vonnis niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Het middel van cassatie kan niet leiden tot cassatie, omdat het geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak is gedaan op 13 juni 2001 door de vice-president Korthals Altes, samen met de raadsheren D.H. Beukenhorst en L. Monné, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.