ECLI:NL:HR:2001:AB2778
Hoge Raad
- Cassatie
- C.H.M. Jansen
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie van een vonnis inzake woningbouw en huurgeschillen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 november 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen eiseres tot cassatie, vertegenwoordigd door mr. F.M. Wachter, en de stichting Woningstichting De Combinatie, vertegenwoordigd door mr. L.A. van der Niet. De zaak betreft een geschil dat zijn oorsprong vindt in een vonnis van de Kantonrechter van 15 maart 1995, dat later door het Hof op 7 oktober 1999 is bekrachtigd. Eiseres had eerder cassatie ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat het vonnis van de Rechtbank te Rotterdam van 30 mei 1996 had vernietigd en de zaak had verwezen voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 27 februari 1998 het vonnis van de Rechtbank vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof. Na de verdere behandeling door het Hof, dat het eerdere vonnis bekrachtigde, heeft eiseres opnieuw cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten van eiseres in het cassatiemiddel beoordeeld, maar deze kunnen niet leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft het beroep van eiseres verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op ƒ 3.237,30 aan verschotten en ƒ 3.000,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein, waarbij de andere raadsheren C.H.M. Jansen, J.B. Fleers en A.G. Pos ook betrokken waren.