ECLI:NL:HR:2001:AD5016

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 november 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R00/171HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • C.H.M. Jansen
  • J.B. Fleers
  • P.C. Kop
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over ontbinding van stichtingen en benoeming van vereffenaars

In deze zaak hebben de verweersters in cassatie, de stichting SSCW (Stichting Sociaal Cultureel Werk te 's-Gravenhage en omstreken) en de Gemeente 's-Gravenhage, een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank te 's-Gravenhage. Dit verzoekschrift, ingediend op 31 januari 2000, had als doel de ontbinding van de stichtingen De Burcht, Buurthuis Delftselaan en Hobbema op basis van artikel 2:301 van het Burgerlijk Wetboek. De verweersters stelden dat deze stichtingen onvoldoende vermogen hadden en in de toekomst niet in staat zouden zijn hun statutaire doelstellingen te bereiken. Daarnaast vroegen zij om de benoeming van [betrokkene A], [betrokkene B] en [betrokkene C] als vereffenaars van de stichtingen.

Subsidiair vroegen zij om de ontslag van [verzoeker] en [betrokkene D] als bestuurders van de stichtingen, op grond van artikel 2:298 BW, wegens handelen in strijd met de wet en de statuten, en wanbeleid. De Rechtbank heeft op 24 mei 2000 de primaire verzoeken toegewezen. Hiertegen heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage.

Het Gerechtshof heeft op 24 oktober 2000 de beschikking van de Rechtbank bekrachtigd en deze uitvoerbaar bij voorraad verklaard. [Verzoeker] heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze beschikking. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep, omdat de klachten niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft op 2 november 2001 het beroep verworpen en [verzoeker] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op ƒ 525,-- aan verschotten en ƒ 2.500,-- voor salaris.

Uitspraak

2 november 2001
Eerste Kamer
Rek.nr. R00/171HR
NS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker], wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
1. de stichting SSCW STICHTING SOCIAAL CULTUREEL WERK TE 'S-GRAVENHAGE EN OMSTREKEN,
2. DE GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE,
beiden gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERSTERS in cassatie,
advocaat: mrs. P.M.M. van der Grinten en T. Papachatzidis.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 31 januari 2000 ter griffie van de Rechtbank te 's-Gravenhage ingediend verzoekschrift hebben verweersters in cassatie - verder afzonderlijk te noemen: SSCW en de Gemeente - zich gewend tot die Rechtbank en verzocht primair:
1. de stichtingen De Burcht, Buurthuis Delftselaan en Hobbema te ontbinden uit hoofde van art. 2:301 BW op de gronden dat deze stichtingen onvoldoende vermogen hebben en zullen hebben in de toekomst alsmede hun statutaire doel niet (meer) kunnen bereiken;
2. [betrokkene A], [betrokkene B] en [betrokkene C] te benoemen als vereffenaars;
subsidiair:
- [verzoeker] alsmede [betrokkene D] als bestuurders van de stichtingen De Burcht, Buurthuis Delftselaan en Hobbema te ontslaan uit hoofde van art. 2:298 BW op de gronden dat zij in strijd met de wet en statuten van deze stichtingen hebben gehandeld, dan wel op de grond dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan wanbeleid door handelingen te verrichten ten nadele van de stichtingen;
- [betrokkene A], [betrokkene B] en [betrokkene C] te benoemen als bestuurders.
Namens [verzoeker], [betrokkene D] en de drie hiervoor genoemde stichtingen is het verzoek bestreden.
De Rechtbank heeft bij beschikking van 24 mei 2000 de primaire verzoeken toegewezen.
Tegen deze beschikking heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage.
SSCW en de Gemeente hebben een incidenteel verzoek tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad ingediend.
Bij beschikking van 24 oktober 2000 heeft het Hof de bestreden beschikking voorzover gewezen tussen SSCW en de Gemeente als verzoeksters en [verzoeker] als verweerder bekrachtigd en de beschikking van de Rechtbank alsnog uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De beschikking van het Hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het Hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
SSCW en de Gemeente hebben verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 101a RO,
geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van SSCW en de Gemeente begroot op ƒ 525,-- aan verschotten en ƒ 2.500,-- voor salaris.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.H.M. Jansen, als voorzitter, J.B. Fleers en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 2 november 2001.