ECLI:NL:HR:2001:AD5029
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- Rechtspraak.nl
Cassatie van buitenlandse belastingplichtige inzake vermogensbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van een buitenlandse belastingplichtige, X, gevestigd in Mexico, tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 12 mei 2000. De belanghebbende was voor het jaar 1996 aangeslagen in de vermogensbelasting naar een binnenlands vermogen van ƒ 130.000. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarop de belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarna de belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbende beoordeeld, maar deze kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de uitspraak van het Hof in stand laat.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep ongegrond wordt verklaard. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 2 november 2001, door de raadsheer D.H. Beukenhorst als voorzitter, samen met de raadsheren L. Monné en P.J. van Amersfoort, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.