ECLI:NL:HR:2001:AD5325
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vordering tot betaling van schadevergoeding door verzekeraar
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 december 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Mij N.V. (hierna: NN) en Bonar Imca B.V. (hierna: Imca). NN had Imca gedagvaard voor de Rechtbank te Amsterdam, waarbij Imca vorderde dat NN een bedrag van ƒ 786.774,75 zou betalen, vermeerderd met wettelijke rente. NN heeft de vordering bestreden. De Rechtbank heeft op 17 december 1997 Imca in het gelijk gesteld en NN veroordeeld tot betaling van ƒ 575.462,90, vermeerderd met rente. NN ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 21 oktober 1999 het vonnis van de Rechtbank bekrachtigde. NN heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het Hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft de vordering van NN verworpen en NN in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op ƒ 9.507,20 aan verschotten en ƒ 3.000,-- voor salaris. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.