ECLI:NL:HR:2001:ZC3679
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- C.H.M. Jansen
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over terugvordering van bijstandsbedragen door de Gemeente
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 september 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door een vrouw tegen de Gemeente Hulst. De vrouw, verzoekster in cassatie, had eerder samen met een man een verzoek ingediend bij de Kantonrechter te Terneuzen, waarin de Gemeente terugvorderingen van bijstandsbedragen had geëist. De Kantonrechter had op 4 augustus 1999 vastgesteld dat de Gemeente van de man een bedrag van ƒ 18.645,03 kon terugvorderen en van de man en de vrouw gezamenlijk een bedrag van ƒ 136.651,01. Hiertegen hadden de man en de vrouw hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Middelburg. De Rechtbank heeft op 20 december 2000 de beschikking van de Kantonrechter vernietigd en opnieuw vastgesteld dat de Gemeente van de man en de vrouw gezamenlijk een bedrag van ƒ 94.741,69 en van de man een bedrag van ƒ 18.645,03 terstond kon terugvorderen. De vrouw heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen deze beschikking van de Rechtbank. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoefden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de vrouw dan ook verworpen.