ECLI:NL:HR:2002:AD7353
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over betaling voor rechtsbijstand en afrekening volgens calculatieschema
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. J.L. Hofdijk, in beroep is gegaan tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit arrest volgde op een eerdere uitspraak van de Hoge Raad van 3 november 1995, waarin het vonnis van de Rechtbank te 's-Gravenhage van 22 juni 1994 werd vernietigd en de zaak werd verwezen naar het Gerechtshof. Het Hof had in zijn arrest van 29 februari 2000 geoordeeld dat L.A.R. Rechtsbijstand N.V. aan eiser betaling verschuldigd was voor zijn werkzaamheden in een geschil met UAP, voor zover deze werkzaamheden zijn verricht tussen 27 oktober 1990 en 5 december 1990 en niet gedekt zijn door eerder verzonden voorschotnota's. Het Hof had ook bepaald dat de afrekening tussen partijen diende te geschieden volgens het calculatieschema van de Nederlandse Orde van Advocaten. Eiser heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest, maar de Hoge Raad heeft het beroep verworpen. De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekte ook tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft eiser bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.