ECLI:NL:HR:2002:AD7385
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.G. Pos
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vorderingen tot schadevergoeding na ongeval
In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, wonende op Aruba, een vordering ingesteld tegen de verweersters Ennia Caribe N.V. en Mercurius Trading Company N.V. De vordering betreft schadevergoeding na een ongeval, waarbij eiseres een bedrag van Afl. 82.500,-- en Afl. 259.500,-- eiste, vermeerderd met wettelijke rente. De zaak begon met een verzoekschrift dat op 19 april 1995 werd ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. Het Gerecht heeft verschillende tussenvonnissen gewezen, waaronder een comparitie van partijen en een deskundigenbericht. Uiteindelijk heeft het Gerecht in Eerste Aanleg op 5 mei 1999 een eindvonnis gewezen, waarin de vorderingen van eiseres gedeeltelijk werden toegewezen en de verweersters hoofdelijk werden veroordeeld tot betaling van de kosten.
Eiseres ging in hoger beroep bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, dat op 21 maart 2000 het vonnis van het Gerecht in Eerste Aanleg bevestigde. Hierna heeft eiseres cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van eiseres niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft de vordering van eiseres verworpen en haar in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De kosten aan de zijde van Ennia werden begroot op € 4.105,44 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris, terwijl aan de zijde van Mercurius de kosten op nihil werden begroot.
Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren A.G. Pos en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 1 maart 2002.