ECLI:NL:HR:2002:AD8196
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van alimentatiebeschikking en vaststelling bijdrage levensonderhoud
In deze zaak, die betrekking heeft op alimentatie, heeft de Hoge Raad op 15 februari 2002 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoek tot cassatie van de man tegen de eindbeschikking van het Hof, waarin het verzoek van de man tot wijziging van de alimentatie werd afgewezen. De man had in eerste instantie bij de Rechtbank op 24 maart 1999 een alimentatie van ƒ 5.000,-- per maand vastgesteld, met terugwerkende kracht vanaf 3 maart 1998, de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. De man verzocht op 20 september 1999 om deze beschikking te wijzigen naar nihil, maar de Rechtbank bepaalde op 29 december 1999 dat de alimentatie met ingang van die datum op nihil werd gesteld.
De vrouw ging in hoger beroep tegen deze beslissing en vroeg om herbeoordeling van de alimentatie. Het Hof oordeelde op 21 juni 2001 dat de alimentatie van ƒ 5.000,-- per maand in overeenstemming was met de wettelijke maatstaven, maar wees het verzoek van de man tot wijziging af. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof buiten de grenzen van de rechtsstrijd was getreden door de alimentatie voor de periode van 3 maart 1998 tot 29 december 1999 te verhogen, terwijl de vrouw daar niet om had verzocht. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het Hof en stelde de alimentatie voor de vrouw vast op ƒ 5.000,-- per maand met ingang van 29 december 1999.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de grenzen van de rechtsstrijd in hoger beroep en bevestigt dat de rechter niet meer kan toekennen dan door de partijen is verzocht. De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor toekomstige alimentatiezaken, waar de rechtsstrijd en de verzoeken van partijen duidelijk moeten zijn.