ECLI:NL:HR:2002:AD8198
Hoge Raad
- Cassatie
- C.H.M. Jansen
- A.G. Pos
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Vordering tot machtiging tot voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Officier van Justitie in het arrondissement 's-Hertogenbosch op 8 oktober 2001 een vordering ingediend bij de Rechtbank tot het verlenen van een machtiging tot voortgezet verblijf van de verzoeker in een psychiatrisch ziekenhuis. Deze vordering was onderbouwd met een geneeskundige verklaring en een behandelingsplan. De Rechtbank heeft op 2 november 2001, na het horen van de verzoeker, zijn advocaat, de psychiater V. Cats en de verpleegkundige H. Vos, de machtiging verleend voor de duur van één jaar, ingaande op 2 november 2001 en eindigende op 2 november 2002. De verzoeker heeft hiertegen beroep in cassatie ingesteld.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer was gericht op vernietiging van de beschikking van de Rechtbank en verwijzing van de zaak naar het Hof. De Hoge Raad heeft de beschikking van de Rechtbank vernietigd en de zaak terugverwezen voor verdere behandeling en beslissing. De zaak betreft de vraag of de geestelijke stoornis van de verzoeker, die lijdt aan chronische schizofrenie, ook na afloop van de machtiging nog gevaar kan veroorzaken. De geneeskundige verklaring gaf aan dat er vrees was voor ernstige verwaarlozing door de verzoeker en dat hij zijn ex-echtgenote zou kunnen lastigvallen.
De Rechtbank heeft in haar uitspraak volstaan met een standaardmotivering, zonder in te gaan op het verweer van de verzoeker. Dit leidde tot de conclusie dat het middel slaagde, omdat niet duidelijk was op welke gronden de Rechtbank het verweer had verworpen. De Hoge Raad heeft de zaak dus terugverwezen voor een zorgvuldiger beoordeling van de situatie van de verzoeker.