ECLI:NL:HR:2002:AD9964
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- B.C. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen vrijspraak en veroordeling in ontuchtzaak met minderjarige
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, waarbij de verdachte, geboren in 1953 en ten tijde van de uitspraak gedetineerd in Groningen, in hoger beroep was vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar wel veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf voor het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie dat is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Boksem. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar enkel voor wat betreft de bewezenverklaring van het tweede subsidiaire feit en de strafoplegging. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling.
Het Hof had eerder het verzoek van de verdediging om getuigen opnieuw te horen afgewezen, waarbij het belang van de jonge getuigen in overweging werd genomen. De Hoge Raad oordeelt dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak is overschreden, wat van invloed is op de strafoplegging. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak voor wat betreft de beslissingen over het tweede subsidiaire feit en de terbeschikkingstelling, en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof. De overige onderdelen van het beroep worden verworpen.