ECLI:NL:HR:2002:AE9025
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake belastingfraude door besloten vennootschap
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 27 september 2001 uitspraak deed in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1943, die als directeur van een besloten vennootschap betrokken was bij belastingfraude. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie, ingesteld door de verdachte, die werd bijgestaan door advocaten mr. J.M. Sjöcrona en mr. D.V.A. Brouwer. De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en verwijzing naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor herbehandeling van de zaak.
De Hoge Raad oordeelt dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak is overschreden, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De zaak is in eerste aanleg meer dan twee jaar na de aanvang van de redelijke termijn behandeld, maar er zijn bijzondere omstandigheden die deze overschrijding rechtvaardigen. De rechtbank heeft getuigen gehoord en de zaak was complex, wat bijdroeg aan de langere duur van de procedure.
De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft het aantal uren onbetaalde arbeid dat de verdachte moet verrichten. Het aantal uren wordt vastgesteld op 195, in plaats van de eerder opgelegde 210 uren. Voor het overige wordt het beroep verworpen. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 19 november 2002, waarbij de vice-president en twee raadsheren betrokken waren, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.