ECLI:NL:HR:2003:AF3313
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor zware mishandeling met onbetaalde arbeid en voorwaardelijke gevangenisstraf
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 24 oktober 2001 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1976. De verdachte was eerder door de Arrondissementsrechtbank te Arnhem (Militaire Kamer) op 27 november 2000 veroordeeld voor zware mishandeling. Het Gerechtshof heeft deze veroordeling in hoger beroep vernietigd en de verdachte veroordeeld tot vier maanden voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaren, alsmede tot het verrichten van 180 uren onbetaalde arbeid ten behoeve van de gemeenschap. Daarnaast heeft het Hof een betalingsverplichting opgelegd aan de verdachte in verband met de vordering van de benadeelde partij.
De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. P. Reitsma, advocaat te Nijkerk. In de schriftelijke verdediging zijn twee middelen van cassatie voorgesteld, waarvan het eerste middel later is ingetrokken. De plaatsvervangend Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel beoordeeld en geconcludeerd dat het middel niet kan leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, zonder dat er gronden aanwezig zijn om de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen.
Dit arrest is uitgesproken op 25 februari 2003 door de vice-president C.J.G. Bleichrodt, samen met de raadsheren F.H. Koster en W.A.M. van Schendel, in aanwezigheid van de waarnemend-griffier I.W.P. Verboon.