ECLI:NL:HR:2003:AF7540

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 juli 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R02/011HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R. Herrmann
  • D.H. Beukenhorst
  • O. de Savornin Lohman
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van ORCO BANK N.V. tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure van ORCO BANK N.V., gevestigd op Curaçao, tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De verweerster, die niet bij naam is genoemd, had in kort geding een vordering ingesteld tegen Orco Bank, waarbij zij eiste dat Orco Bank een bedrag van Afl. 16.133.000,-- zou betalen in ruil voor de overdracht van aandelen in Aruba Bank. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba wees de vordering af, maar het Hof vernietigde dit vonnis en gaf Orco Bank de opdracht om het bedrag te betalen. Orco Bank ging in cassatie tegen deze beslissing.

De Hoge Raad, in zijn arrest van 11 juli 2003, heeft de klachten van Orco Bank verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de in het cassatiemiddel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel werd gegeven zonder nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft Orco Bank ook veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 4.607,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren D.H. Beukenhorst en O. de Savornin Lohman, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van het Hof en onderstreept de juridische positie van de verweerster in deze zaak.

Uitspraak

11 juli 2003
Eerste Kamer
Nr. R02/011HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
de vennootschap naar Nederlands Antilliaans recht ORCO BANK N.V.,
gevestigd op Curaçao, Nederlandse Antillen,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.S. Meijer,
t e g e n
[Verweerster],
gevestigd op [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J.W.H. van Wijk.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 29 november 2000 ter griffie van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hierna: het Gerecht, ingekomen verzoekschrift heeft verweerster tot cassatie - verder te noemen: [verweerster] - zich in kort geding gewend tot dat Gerecht en gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, eiseres tot cassatie - verder te noemen: Orco Bank - te veroordelen om aan [verweerster] (bij wege van voorschot) te betalen een bedrag van Afl. 16.133.000,-- tegen overdracht van al haar aandelen (49%) van Aruba Bank aan Orco Bank en ten gunste van [verweerster] bij de overdracht een pandrecht te vestigen ter zekerheid van betaling van de door Orco Bank aan [verweerster] te betalen meerprijs voor die aandelen, onder verbeurte van een dwangsom van Afl. 15.000.000,-- bij niet nakoming van dit bevel tot vestiging van pandrecht.
Orco Bank heeft de vordering bestreden.
Het Gerecht heeft bij vonnis van 11 januari 2001 de vordering afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [verweerster] hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, hierna: het Hof.
Bij vonnis van 18 december 2001 heeft het Hof het bestreden vonnis van het Gerecht vernietigd en, opnieuw rechtdoende, Orco Bank veroordeeld tot betaling (bij wijze van voorschot) aan [verweerster] van Afl. 16.133.000,-- tegen onbezwaarde overdracht door [verweerster] van al haar aandelen Aruba Bank N.V. (49%) aan Orco Bank, binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis, en dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Het vonnis van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van het Hof heeft Orco Bank beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor [verweerster] mede door mr. M.W. Scheltema, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Orco Bank in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 4.607,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren D.H. Beukenhorst en O. de Savornin Lohman, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 11 juli 2003.