ECLI:NL:HR:2004:AO0901
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over proceskostenveroordeling in kort geding en de status van gedaagde
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. E. Meijer, de stichting Woningstichting Haag Wonen (VZOS) gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage. Eiser vorderde te verklaren dat hij niet gedaagde was in een kort geding dat op 28 december 1995 had plaatsgevonden, waarin VZOS een proceskostenveroordeling had verkregen. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser afgewezen, waarna hij in hoger beroep ging. Het gerechtshof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, wat leidde tot het cassatieberoep van eiser.
De Hoge Raad heeft op 27 februari 2004 uitspraak gedaan. De kern van de zaak was of VZOS gerechtigd was om de proceskostenveroordeling ten laste van eiser te brengen, gezien het feit dat eiser zonder machtiging van de werkelijke gedaagden was verschenen in het kort geding. De Hoge Raad oordeelde dat het middel van eiser, dat beoogde dat hij alsnog in een daaropvolgend geding de mogelijkheid zou krijgen om de onherroepelijke uitspraak te betwisten, niet tot cassatie kon leiden. De Hoge Raad concludeerde dat het uitgangspunt van eiser onjuist was, en dat de eerdere uitspraak in stand bleef.
De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt eiser in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van VZOS op nihil zijn begroot. Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, A. Hammerstein, E.J. Numann en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2004.