ECLI:NL:HR:2004:AO1211
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake vernietiging leveringsakte en schadevergoeding in vastgoedgeschil
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 februari 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Indonesian Trade & Distribution Centre B.V. (hierna: ITDC) en ING Vastgoed Financiering N.V. (hierna: ING). ITDC, vertegenwoordigd door haar advocaten, had ING gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage met de eis om een leveringsakte van 21 januari 1999 te vernietigen. Deze akte betrof de verkrijging van het recht van erfpacht op een onroerende zaak door ING als executerende eerste hypotheekhouder. ITDC vorderde daarnaast een schadevergoeding van ƒ 2.300.000,--, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.
De rechtbank heeft op 20 september 2000 de vordering van ITDC afgewezen. Hierop heeft ITDC hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 31 mei 2002 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft ITDC cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen.
De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep van ITDC verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van ING zijn begroot op € 301,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van ITDC niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling met zich meebrachten.