ECLI:NL:HR:2004:AO3142
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Verontreinigingsheffing oppervlaktewateren en tijdsevenredige vermindering aanslag voor minicamping
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van het Dagelijks Bestuur van het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een aanslag in de verontreinigingsheffing oppervlaktewateren die aan belanghebbende is opgelegd voor het jaar 1996. Belanghebbende, die een minicamping exploiteert, heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag, die oorspronkelijk was vastgesteld op basis van een vervuilingswaarde van 7,8 vervuilingseenheden. Na bezwaar is deze waarde verminderd tot 3 vervuilingseenheden door de heffingsambtenaar van het Zuiveringsschap.
Het Hof heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag verder verminderd. Het Dagelijks Bestuur heeft hiertegen cassatie ingesteld. De Hoge Raad oordeelt dat de aanslag tijdsevenredig moet worden vastgesteld, gezien het feit dat de minicamping slechts zes maanden per jaar geopend is. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De Hoge Raad benadrukt dat de tijdsevenredige vaststelling van de aanslag alleen van toepassing is als het tarief uitgaat van een gelijkmatige afvoer van vervuilingseenheden gedurende het heffingsjaar. Dit was in deze situatie niet het geval, wat leidt tot de conclusie dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven. De proceskosten worden niet toegewezen.