ECLI:NL:HR:2004:AO7338
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de aanslag afvalstoffenheffing door de gemeente Heel
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin de belanghebbende, X, in beroep was gekomen tegen een aanslag in de afvalstoffenheffing van de gemeente Heel voor het jaar 2000. De aanslag was opgelegd met een vermindering van ƒ 75, gebaseerd op artikel 229d, lid 1, van de Gemeentewet. De heffingsambtenaar handhaafde de aanslag na bezwaar, waarna het Hof het beroep ongegrond verklaarde. De belanghebbende stelde dat de gemeente niet rechtmatig had gehandeld door de belastingvermindering lager dan het maximum van ƒ 100 te stellen, en dat de gemeente met terugwerkende kracht een hogere belastingschuld had gecreëerd.
De Hoge Raad oordeelt dat de tekst van de Gemeentewet gemeenten de vrijheid biedt om belastingverminderingen te bepalen, en dat de gemeente Heel binnen deze vrijheid heeft gehandeld. De Hoge Raad stelt vast dat de Verordening afvalstoffenheffing 2000, die de vermindering regelt, niet in strijd is met de Gemeentewet. De klachten van de belanghebbende worden verworpen, en de Hoge Raad concludeert dat de gemeente een redelijke termijn heeft gehad om haar verordeningen aan te passen aan de wijzigingen in de wetgeving. De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.