ECLI:NL:HR:2004:AO7417
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie van WLTO MAKELAARDIJ B.V. tegen [Verweerder] inzake betalingsverplichting
In deze zaak heeft WLTO MAKELAARDIJ B.V. (hierna: WLTO) op 5 november 1998 verweerder in cassatie, aangeduid als [verweerder], gedagvaard voor de rechtbank te Haarlem. WLTO vorderde een betaling van ƒ 26.886,40, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft na bewijslevering bij eindvonnis van 19 februari 2002 [verweerder] veroordeeld tot betaling van € 10.609,18, met wettelijke rente vanaf 28 juni 1996. Dit vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, maar het meer of anders gevorderde werd afgewezen.
[Verweerder] heeft tegen dit vonnis beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, waar WLTO incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Het hof heeft op 18 september 2003 het eindvonnis van de rechtbank vernietigd voor zover het [verweerder] had veroordeeld tot betaling aan WLTO. In plaats daarvan heeft het hof de vordering van WLTO afgewezen en het incidentele beroep verworpen.
Tegen het arrest van het hof heeft WLTO cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de advocaat van WLTO de zaak heeft toegelicht. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 9 juli 2004 het beroep verworpen en WLTO in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op nihil aan de zijde van [verweerder]. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden, zonder dat verdere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.