ECLI:NL:HR:2004:AP2649
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen de vereniging DWV Woningcorporatie inzake een vordering tot betaling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 oktober 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiser], vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.L. Kleyn, en de vereniging DWV Woningcorporatie, gevestigd te Dongen. De zaak begon met een vordering van DWV tegen [eiser] voor een bedrag van € 1.379,28, vermeerderd met wettelijke rente, die door de kantonrechter te Breda werd toegewezen in een eindvonnis van 9 april 2003. [Eiser] heeft tegen dit eindvonnis cassatie ingesteld, waarbij DWV niet verschenen was. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda, die tot verwerping van het beroep strekte, gevolgd. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van [eiser] niet tot cassatie konden leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft [eiser] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van DWV op nihil zijn begroot. Dit arrest is openbaar uitgesproken door vice-president P. Neleman.