ECLI:NL:HR:2004:AR1260
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Vernietiging voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 oktober 2004 uitspraak gedaan over een verzoek tot cassatie van een voorlopige machtiging tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis. De Officier van Justitie in het arrondissement 's-Hertogenbosch had op 3 mei 2004 een verzoek ingediend bij de rechtbank voor de opname van de verzoeker, die in de beschikking als 'verzoeker' wordt aangeduid. Dit verzoek was onderbouwd met een geneeskundige verklaring van psychiater [de psychiater 1], opgesteld op 29 april 2004. De rechtbank heeft op 14 mei 2004 de voorlopige machtiging verleend voor een periode van zes maanden, na het horen van de raadsman van verzoeker, de behandelend psychiater [de psychiater 2] en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige.
Echter, de rechtbank heeft in haar beschikking van 28 mei 2004 een wijziging aangebracht in de geboortedatum van verzoeker. Verzoeker heeft tegen de beschikking van 14 mei 2004 beroep in cassatie ingesteld. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en verwijzing naar de rechtbank te 's-Hertogenbosch.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de rechtbank zich bij het verlenen van de voorlopige machtiging heeft gebaseerd op een geneeskundige verklaring van psychiater [de psychiater 1], die niet persoonlijk onderzoek had gedaan bij verzoeker. Dit gebrek in de onderbouwing leidde tot de conclusie dat de beschikking van de rechtbank niet kon standhouden. De Hoge Raad heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de zaak terugverwezen voor verdere behandeling en beslissing, waarbij opnieuw moet worden onderzocht of aan de vereisten voor de voorlopige machtiging is voldaan.