ECLI:NL:HR:2004:AS3574

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 december 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
CPG 38899
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • Hoge Raad der Nederlanden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van fiscale-eenheidsmoedervennootschap voor onverhaalbare belastingen van ex-dochtervennootschappen

In deze zaak, die op 2 december 2004 door de Hoge Raad is behandeld, staat de vraag centraal of een voorziening ten laste van de fiscale winst kan worden getroffen voor de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de fiscale-eenheidsmoedervennootschap. Deze vennootschap had deelnemingen in zogenaamde vervangingsreservevennootschappen, waarvan de aandelen zijn verkocht aan derden. De Staat heeft de fiscale-eenheidsmoedervennootschap aangesproken voor de onverhaalbare belastingen van deze ex-dochtervennootschappen. De kern van de zaak is of het nadeel dat voortvloeit uit deze aansprakelijkheid onder de deelnemingsvrijstelling valt.

De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak de relevante juridische termen en de context van de zaak uiteengezet. De vraag of de voorziening kan worden getroffen, is van belang voor de fiscale behandeling van de vennootschap en heeft implicaties voor de belastingheffing. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van de deelnemingsvrijstelling en de voorwaarden waaronder een voorziening kan worden getroffen.

De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor belastingplichtigen die te maken hebben met vergelijkbare situaties, waarbij de aansprakelijkheid voor belastingen van dochtervennootschappen ter discussie staat. De uitkomst van deze zaak kan gevolgen hebben voor de fiscale strategieën van vennootschappen die opereren binnen een fiscale eenheid. De Hoge Raad heeft de zaak zorgvuldig gewogen en zal in zijn uitspraak de juridische kaders en de gevolgen voor de betrokken partijen uiteenzetten.

Uitspraak

Uitspraak volgt