ECLI:NL:HR:2005:AS4128
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie in faillissementskwestie met betrekking tot betaling aan curator
In deze zaak, die voor de Hoge Raad der Nederlanden is gebracht, gaat het om een cassatieprocedure in een faillissementskwestie. De eisers tot cassatie, bestaande uit drie natuurlijke personen en de vennootschap CHEAPSKATES B.V., hebben in hoger beroep een veroordeling gekregen tot betaling aan de curator van een faillissement. De curator, vertegenwoordigd door mr. Gerardus Martinus van Voorst, had eerder bij de rechtbank Amsterdam een vordering ingesteld tegen de eisers en een derde partij, [betrokkene 2]. De rechtbank had in eerste instantie een deel van de vordering toegewezen, maar het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep de eisers hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan de curator, vermeerderd met wettelijke rente.
De eisers hebben tegen het arrest van het hof cassatie ingesteld, waarbij zij de Hoge Raad verzochten om het arrest te vernietigen. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal, J.L.R.A. Huydecoper, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de eisers niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de klachten niet relevant waren voor de rechtsontwikkeling of rechtseenheid.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaalbedrag van € 2.361,34. Dit arrest is uitgesproken op 11 februari 2005 door vice-president P. Neleman, die de zitting leidde, samen met de andere raadsheren.