ECLI:NL:HR:2005:AS5954
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- W.A.M. van Schendel
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en alimentatiegeschil tussen ouders met minderjarige kinderen
In deze zaak gaat het om een echtscheiding tussen de vrouw en de man, waarbij de rechtbank te Arnhem op 7 februari 2002 een beschikking heeft gegeven waarin de man werd verplicht om een bijdrage te leveren in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. De man moest € 138,86 per kind per maand betalen, met ingang van de datum van inschrijving van de beschikking in de registers van de burgerlijke stand, die op 15 maart 2002 plaatsvond. Op 14 januari 2003 verzocht de man de rechtbank om de bijdrage te verlagen of te beëindigen, wat leidde tot een wijziging van de eerdere beschikking op 7 juli 2003, waarbij de bijdrage voor een bepaalde periode werd vastgesteld op € 95,-- per kind per maand. De man ging in hoger beroep tegen deze beslissing, en het gerechtshof te Arnhem vernietigde de beschikking van de rechtbank op 20 januari 2004, waarbij de bijdrage werd vastgesteld op nihil met ingang van 1 februari 2003. De vrouw ging in cassatie tegen deze beslissing van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van de vrouw niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de beslissing van het hof.