ECLI:NL:HR:2005:AT4070
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vordering tot schadevergoeding door eiser tegen de Gemeente Bergen op Zoom
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], de Gemeente Bergen op Zoom gedagvaard voor de rechtbank te Breda. Eiser vorderde een schadevergoeding van ƒ 560.000,43, met wettelijke rente vanaf 3 september 1996, en buitengerechtelijke incassokosten van ƒ 20.960,01. De rechtbank heeft op 18 juni 2002 de vorderingen afgewezen. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 16 december 2003 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus, die strekte tot verwerping van het cassatieberoep, in overweging genomen. De advocaat van eiser heeft gereageerd op deze conclusie. De Hoge Raad heeft op 8 juli 2005 het cassatieberoep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Gemeente zijn begroot op € 5.740,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman.