ECLI:NL:HR:2005:AT4073
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen de Ontvanger van de Belastingdienst/Rivierenland inzake loonheffingen en bewijsaanbod
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door eiseres tegen de Ontvanger van de Belastingdienst/Rivierenland. De zaak heeft zijn oorsprong in een vordering van de Ontvanger, die eiseres en een derde partij, [betrokkene 1], had gedagvaard voor de rechtbank te Zwolle. De Ontvanger vorderde een bedrag van ƒ 54.848,--, vermeerderd met invorderingsrente. De rechtbank heeft de vordering toegewezen, maar eiseres heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd en de vordering tegen [betrokkene 1] afgewezen, maar het vonnis voor het overige bekrachtigd.
Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat eiseres niet heeft gesteld en bewezen dat de door VDC ingehouden loonbelasting door de besloten vennootschap [A] is voldaan. De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens is de Ontvanger veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 976,23 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van bewijsaanbod in civiele procedures en de noodzaak voor rechters om dit aanbod serieus te overwegen. De zaak illustreert ook de complexiteit van belastingzaken en de rol van bewijs in geschillen tussen belastingplichtigen en de belastingdienst.