ECLI:NL:HR:2005:AT5531
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de statutaire bepalingen van een telersvereniging in het licht van mededingingsrecht
In deze zaak hebben de eisers, bestaande uit drie tuinbouwondernemers, cassatie ingesteld tegen de coöperatie Voedingstuinbouw Nederland U.A. (VTN) na een eerdere uitspraak van het gerechtshof. De eisers vorderden onder andere een verklaring voor recht dat hun lidmaatschap van VTN met onmiddellijke ingang was beëindigd en dat bepaalde statutaire bepalingen in strijd waren met het mededingingsrecht, specifiek artikel 81 van het EG-verdrag en de Mededingingswet. De rechtbank had hun vorderingen afgewezen, en het hof had deze beslissing bevestigd.
De Hoge Raad oordeelde dat de statutaire bepalingen van VTN, die onder andere een opzegtermijn en een verplichting tot het verkopen van producten via de coöperatie bevatten, niet in strijd zijn met het mededingingsrecht. De Hoge Raad benadrukte dat niet elke beperking van de mededinging verboden is, maar alleen die welke onverenigbaar is met de doelstellingen van de Europese Gemeenschap. De statuten van VTN zijn gerechtvaardigd in het kader van de noodzakelijkheid en evenredigheid voor landbouwcoöperaties.
De Hoge Raad verwierp het beroep van de eisers en oordeelde dat de statutaire bepalingen geen verboden beperking van de mededinging met zich meebrachten. De eisers werden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest bevestigt de rechtsgeldigheid van de statuten van telersverenigingen en hun rol in de gemeenschappelijke markt, waarbij de belangen van de individuele telers worden beschermd en versterkt.