ECLI:NL:HR:2005:AT6014
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- P.C. Kop
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Verzekeringszaak over dekking schade door neerslag na instorting van een kippenschuur
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Delta Lloyd Schadeverzekering N.V. en een verweerder over de dekking van schade aan een kippenschuur na de instorting van het dak. De instorting vond plaats op 4 februari 2001, toen er een aanzienlijke hoeveelheid sneeuw op het dak lag, gevolgd door regen en ijzel. De verweerder, die een woonhuisverzekering had afgesloten bij Delta Lloyd, vorderde dat Delta Lloyd dekking zou verlenen voor de schade die hij had geleden. Delta Lloyd betwistte de vordering en stelde dat de schade niet was ontstaan door neerslag die het woonhuis was binnengedrongen, zoals vereist door de polisvoorwaarden.
De rechtbank te Amsterdam heeft op 11 september 2002 de vordering van de verweerder toegewezen, maar Delta Lloyd ging in hoger beroep. Het gerechtshof te Amsterdam bekrachtigde op 26 februari 2004 het vonnis van de rechtbank. Delta Lloyd stelde vervolgens cassatie in, terwijl de verweerder incidenteel cassatieberoep instelde. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de uitleg van de polisvoorwaarden door het hof correct was, gebruikmakend van het Haviltexcriterium. De Hoge Raad verwierp het principale beroep van Delta Lloyd en vernietigde het arrest van het hof in het incidentele beroep, waarbij de zaak werd verwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De Hoge Raad oordeelde dat de kosten van het geding in cassatie voor Delta Lloyd werden toegewezen, en dat de kosten aan de zijde van de verweerder werden begroot. Dit arrest benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige uitleg van verzekeringspolissen en de voorwaarden waaronder dekking wordt verleend.