ECLI:NL:HR:2005:AU2808
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over koopovereenkomst en onrechtmatige daad
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, [eiser], op 5 maart 2002 verweerder in cassatie, [verweerder], gedagvaard voor de rechtbank, sector kanton, te Arnhem, locatie Tiel. Eiser vorderde bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, een bedrag van € 1.951,25 van verweerder, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 29 januari 2002. Verweerder heeft de vordering bestreden, waarna de kantonrechter op 21 augustus 2002 de vordering afwees. Eiser ging in hoger beroep bij het gerechtshof te Arnhem, waar hij zijn eis wijzigde en aanvulde met een schadevergoeding uit hoofde van onrechtmatige daad, subsidiair onverschuldigde betaling en meer subsidiair ongerechtvaardigde verrijking. Het hof heeft eiser bij tussenarrest van 1 juli 2003 tot bewijslevering toegelaten en bij eindarrest van 27 april 2004 het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen het eindarrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 359,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, zonder dat nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.