ECLI:NL:HR:2006:AX6579
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en schadeloosstelling in arbeidsgeschil tussen assurantiebemiddelingsbedrijf en voormalig bestuurder
In deze zaak gaat het om een arbeidsgeschil tussen een assurantiebemiddelingsbedrijf, Elan Financieel Adviesbureau B.V., en haar voormalig bestuurder, aangeduid als eiser. De eiser heeft Elan gedagvaard voor de rechtbank te Leeuwarden, waarbij hij stelde dat zijn ontslag kennelijk onredelijk was. Hij vorderde een schadevergoeding van ƒ 975.000,--, of een door de rechtbank vast te stellen bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 19 april 2001. De rechtbank heeft op 16 april 2003 geoordeeld dat Elan aan eiser een bedrag van € 22.689,01 bruto moest betalen, maar heeft de overige vorderingen afgewezen.
Eiser ging in hoger beroep bij het gerechtshof te Leeuwarden, dat op 24 november 2004 het vonnis van de rechtbank vernietigde en de vordering van eiser afwees. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de advocaat-generaal L. Timmerman concludeerde tot verwerping van het beroep. De advocaat van eiser heeft gereageerd op deze conclusie.
De Hoge Raad heeft op 23 juni 2006 het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Elan zijn begroot op € 5.802,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.