ECLI:NL:HR:2006:AX7803
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil tussen accountant en voormalige cliënt over afgifte van administratieve gegevens
In deze zaak gaat het om een executiegeschil tussen een accountant, aangeduid als [eiser], en zijn voormalige cliënten, aangeduid als [verweerster] c.s. De zaak is ontstaan na een kort geding vonnis van 26 augustus 1997, waarin de rechtbank de accountant heeft veroordeeld tot afgifte van alle administratieve, boekhoudkundige en fiscale gegevens aan de cliënten. De accountant heeft echter geweigerd deze gegevens af te geven totdat een openstaand bedrag van ƒ 175.050,-- volledig was betaald. De cliënten hebben daarop executoriaal beslag gelegd op de accountant.
De rechtbank te Utrecht heeft in een later vonnis van 26 maart 2003 de vorderingen van de cliënten in conventie afgewezen, maar in reconventie de accountant veroordeeld om een exacte beschrijving van zijn werkzaamheden en de bijbehorende kosten te overhandigen. De accountant heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 28 april 2005 het vonnis heeft bekrachtigd. Hierop heeft de accountant cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 13 oktober 2006 het beroep in cassatie verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de accountant niet had voldaan aan zijn stelplicht met betrekking tot de afgifte van de administratieve gegevens en dat het hof terecht had geoordeeld dat de cliënten belang hadden bij de specificatie van de werkzaamheden waarvoor zij al een deel van het bedrag hadden betaald. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie voor rekening van de accountant gesteld, die tot op dat moment nihil waren.