ECLI:NL:HR:2006:AX8858

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 juni 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
00474/06 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • F.H. Koster
  • G.J.M. Corstens
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Arnhem wegens persoonsverwisseling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 juni 2006 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Arnhem, dat op 16 maart 2005 was gewezen. De aanvrager, vertegenwoordigd door mr. R.F. Vogel, stelde dat er sprake was van een persoonsverwisseling, hetgeen de basis vormde voor de herzieningsaanvraag. De Politierechter had de aanvrager bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken voor mishandeling, en had tevens een schadevergoedingsmaatregel opgelegd aan de benadeelde partij.

De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening gegrond verklaard. De aanvrager had bewijsstukken overgelegd, waaronder vluchtgegevens en een bankafschrift, die aantoonde dat hij op de dag van de bewezenverklaarde mishandelingen in Arnhem in Gothenburg was. Dit leidde tot de conclusie dat de Politierechter, indien hij op de hoogte was geweest van deze feiten, de aanvrager waarschijnlijk zou hebben vrijgesproken.

De Hoge Raad heeft de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Politierechter geschorst en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor een nieuwe behandeling. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van zorgvuldigheid in strafzaken en de noodzaak om persoonsverwisseling te voorkomen, wat kan leiden tot onterechte veroordelingen.

Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster, met de raadsheren G.J.M. Corstens en J.W. Ilsink, en is een belangrijke uitspraak in het kader van herziening van strafvonnissen.

Uitspraak

6 juni 2006
Strafkamer
nr. 00474/06 H
SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Arnhem van 16 maart 2005, nummer 05/500085-05, ingediend door mr. R.F. Vogel, advocaat te Almere, namens:
[aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978, wonende te [woonplaats].
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De Politierechter heeft de aanvrager ter zake van "mishandeling, meermalen gepleegd" bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie weken. Voorts heeft de Politierechter de vordering van de benadeelde partij toegewezen zoals in het vonnis vermeld en een schadevergoedingsmaatregel opgelegd.
2. De aanvrage tot herziening
2.1. De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2. De aanvrage berust op de stelling dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv. De aanvrager voert daartoe aan dat sprake is van een persoonsverwisseling.
3. De conclusie van de Advocaat-Generaal
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvrage gegrond zal verklaren, voorzover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van de in de aanvrage vermelde uitspraak zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar het Gerechtshof te Arnhem, opdat de zaak zal worden behandeld en afgedaan op de wijze als in art. 467, eerste lid, Sv is voorzien.
4. Beoordeling van de aanvrage
4.1. Als bijlagen bij de aanvrage zijn onder meer gevoegd:
- een kopie van vluchtgegevens en een instapkaart waaruit blijkt dat op zondag 9 januari (naar de Hoge Raad begrijpt: van het jaar 2005) op de vlucht van Amsterdam naar Gothenburg een vliegtuigstoel was gereserveerd op naam van [aanvrager];
- een kopie van een bankafschrift waaruit blijkt dat van een bankrekening op naam van [aanvrager] in Gothenburg op 15 januari 2005, zijnde de dag van de bewezenverklaarde mishandelingen in Arnhem, via een geldautomaat in Gothenburg geld is opgenomen;
- een afschrift van een ambtsedig proces-verbaal PL078C/05-007954 van 27 oktober 2005, opgemaakt door [verbalisant 1], hoofdagent van Politie District Arnhem Veluwezoom Unit/AVZ, Unit Noord. Dit proces-verbaal behelst als relaas van de verbalisant onder meer dat de op 15 januari 2005 in Arnhem aangehouden verdachte aanvankelijk de personalia van de aanvrager opgaf, maar nadien opgaf te zijn [betrokkene 1], de tweelingbroer van de aanvrager. Voorts houdt genoemd proces-verbaal in dat de aan de verdachte meegegeven dagvaarding ten onrechte nog op de eerst opgegeven naam was gesteld.
4.2. De inhoud van de hiervoor onder 4.1 vermelde stukken geeft steun aan de stelling waarop de aanvrage berust, te weten dat in de zaak die leidde tot de uitspraak waarvan herziening is gevraagd, sprake is geweest van persoonsverwisseling.
4.3. Een en ander levert het ernstig vermoeden op dat de Politierechter, ware deze met de evenvermelde feiten en omstandigheden bekend geweest, de aanvrager van het hem tenlastegelegde zou hebben vrijgesproken.
5. Slotsom
Uit het vorenoverwogene volgt dat zich een omstandigheid voordoet als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv, zodat de aanvrage gegrond is en als volgt moet worden beslist.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
Verklaart de aanvrage tot herziening gegrond;
Beveelt voorzover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van voormeld vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Arnhem van 16 maart 2005;
Verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem, opdat de zaak op de voet van art. 467, eerste lid, Sv opnieuw zal worden behandeld en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren G.J.M. Corstens en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en uitgesproken op 6 juni 2006.
Mr. Corstens is buiten staat dit arrest te ondertekenen.