ECLI:NL:HR:2006:AY9711
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van bestuurders van een bemiddelende vennootschap in een geschil over misleidende prognoses en onttrekking van onderhoudsgelden
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de bestuurder van een bemiddelende vennootschap in een geschil dat voortvloeit uit de cedering van vorderingen door gedupeerden van een teakplantage in Costa Rica aan een stichting. De stichting, eiseres tot cassatie, heeft de bestuurder van de bemiddelende vennootschap aangeklaagd wegens zijn hoofdelijke aansprakelijkheid voor de schade die de gedupeerden hebben geleden. De schade is ontstaan door een misleidend hoge prognose van de houtopbrengst en de onttrekking van onderhoudsgelden aan het trustfonds dat de belegde units onderhield. De zaak begint met een dagvaarding op 22 december 2000, waarbij de stichting de bestuurder en Bosque Teca Verde S.A. (BTV) voor de rechtbank te 's-Gravenhage heeft gedaagd. De rechtbank heeft op 14 mei 2003 de vorderingen tegen BTV toegewezen, maar de vorderingen tegen de bestuurder afgewezen. Hierop heeft de stichting hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 22 november 2005 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft de stichting cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie zijn toegewezen aan de verweerder. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden, omdat zij geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling oproepen. De uitspraak is gedaan op 3 november 2006.