ECLI:NL:HR:2007:AU8199
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie over douanewaarde en inkoopcommissie in terugbetalingsverzoek
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X1 B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 december 2004, betreffende een verzoek om terugbetaling van douanerechten. De Inspecteur had een verzoek tot terugbetaling van ƒ 335,10 afgewezen, waarop belanghebbende in beroep ging bij de Tariefcommissie. Het Gerechtshof verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad behandelt de zaak en stelt vast dat op 15 april 1998 belanghebbende in opdracht van Overland Footwear Ltd. 3000 paar herenschoenen heeft aangegeven voor het vrije verkeer, met een douanewaarde van ƒ 105.617. Belanghebbende verzocht om terugbetaling van een deel van de douanerechten, omdat volgens hen een 'buying commission' van vier procent in de factuur was inbegrepen. De Inspecteur wees dit verzoek af, omdat er geen commissiebedrag op de aangifte was vermeld en wijziging van de aangifte na vrijmaking van de goederen niet is toegestaan.
Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat de goederen voor een lagere prijs waren gekocht dan op de factuur vermeld. Het Hof concludeerde dat de douanewaarde correct was vastgesteld en dat er geen elementen waren die op grond van het CDW niet in de douanewaarde behoorden te worden opgenomen. De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het Hof en verklaart het beroep ongegrond, zonder termen voor een veroordeling in de proceskosten.
Deze uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de regels omtrent douanewaarde en de voorwaarden waaronder terugbetaling van douanerechten kan worden aangevraagd. De Hoge Raad bevestigt dat de argumenten van belanghebbende niet voldoende zijn om de eerdere beslissingen te weerleggen.