ECLI:NL:HR:2007:BA0708

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 september 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
43296
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • H.J. de Klerk
  • M.J. van der Meer
  • P. de Vries
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen tussenbeslissing inzake geheimhouding van documenten in belastingzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een tussenbeslissing van de vierde meervoudige kamer van het Hof, die betrekking heeft op de geheimhouding van documenten in het kader van een belastingonderzoek. De belanghebbende wordt ervan verdacht zijn KBLux-rekening te hebben verzwegen in zijn aangiften. In 2001 heeft de fiscus, in het kader van dit onderzoek, een 'Draaiboek Rekeningenproject' opgesteld en tien interne nieuwsbrieven gepubliceerd. Een deel van deze documenten is niet openbaar gemaakt op basis van de uitzonderingsgronden van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB). De Inspecteur heeft geweigerd om bepaalde niet-openbare passages van het draaiboek en de nieuwsbrieven aan de belanghebbende over te leggen, onder verwijzing naar 'gewichtige redenen' zoals bedoeld in artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De vierde meervoudige kamer van het Hof heeft het beroep op artikel 8:29 doorverwezen naar de derde meervoudige kamer, die heeft geoordeeld dat het beroep gedeeltelijk ongegrond is en de Inspecteur heeft opgedragen om een deel van de geheime passages aan de belanghebbende over te leggen. De belanghebbende heeft tegen deze beslissing cassatieberoep aangetekend. De Hoge Raad overweegt dat het bestuursprocesrecht, in tegenstelling tot het burgerlijke procesrecht, geen tussenuitspraken kent. Dit betekent dat tegen tussenbeslissingen, zoals die ex artikel 8:29, lid 3, Awb, geen separaat cassatieberoep openstaat. De belanghebbende moet in plaats daarvan opkomen in het cassatieberoep tegen de uitspraak waarin de zaak in haar geheel wordt afgedaan.

De Hoge Raad concludeert dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk is, omdat de procedure niet de juiste weg biedt voor het aanvechten van de tussenbeslissing. De uitspraak wordt niet gepubliceerd, wat betekent dat deze niet als precedent kan dienen voor toekomstige zaken.

Uitspraak

Uitspraak wordt niet gepubliceerd.