ECLI:NL:HR:2007:BA2571
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor deelname aan een misdrijf en valsheid in geschrift
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juni 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder veroordeeld voor deelname aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van misdrijven, medeplegen van valsheid in geschrift en opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onvolledig doen. De veroordeling was het gevolg van een eerdere uitspraak van de Rechtbank te 's-Hertogenbosch, die op 10 maart 2005 had plaatsgevonden. De Hoge Raad heeft de kwalificatie van het derde feit verbeterd, waarbij het de opzettelijke beschikbaarstelling van valse of vervalste gegevens door een rechtspersoon benadrukte, waarbij de verdachte feitelijk leiding had gegeven aan deze handelingen.
De Hoge Raad heeft kennisgenomen van de middelen van cassatie die door de raadsman van de verdachte waren voorgesteld. De Advocaat-Generaal, de heer Wortel, had geconcludeerd dat het beroep in cassatie verworpen diende te worden. De Hoge Raad oordeelde dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de middelen niet leidden tot rechtsvragen van belang voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de eerdere veroordeling van de verdachte in stand blijft. De verdachte was veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf en een geldboete van € 500.000,-, subsidiair één jaar hechtenis. Dit arrest is uitgesproken door de president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.