ECLI:NL:HR:2007:BA5316

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
R06/020HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen ouders over kinderalimentatie en draagkracht vader

In deze zaak, die op 22 juni 2007 door de Hoge Raad is behandeld, gaat het om een geschil tussen ouders over de kinderalimentatie voor hun minderjarige dochter. De vader, die in cassatie is gegaan, had eerder bij de rechtbank 's-Gravenhage verzocht om de kinderalimentatie op nihil te stellen. De moeder had daarentegen verzocht om een bijdrage van € 181,51 per maand. De rechtbank heeft op 24 mei 2005 de alimentatie vastgesteld op het door de moeder gevraagde bedrag. De vader ging hiertegen in hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 23 november 2005 de beschikking van de rechtbank bekrachtigde. De vader heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze beslissing van het hof.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de klachten die door de vader in cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de beslissing van het gerechtshof bevestigt en het beroep van de vader verwerpt.

De beschikking is gegeven door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter, samen met de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels en C.A. Streefkerk. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer E.J. Numann op dezelfde datum, 22 juni 2007.

Uitspraak

22 juni 2007
Eerste Kamer
Rek.nr. R06/020HR
RM/AT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De vader],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. M.L. Kleyn,
t e g e n
[De moeder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. F.A.M. Engels.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vader en de moeder.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 17 december 2004 ter griffie van de rechtbank 's-Gravenhage ingediend verzoekschrift heeft de moeder zich gewend tot die rechtbank en, kort gezegd, verzocht te bepalen dat de vader voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige, [de dochter], € 181,51 per maand aan de moeder dient te voldoen.
De vader heeft het verzoek bestreden en verzocht de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van voornoemde minderjarige op nihil te bepalen.
De rechtbank heeft bij beschikking van 24 mei 2005 de door de vader te betalen de kinderalimentatie ten behoeve van [de dochter] met ingang van de datum van deze beschikking bepaald op € 181,51 per maand.
Tegen deze beschikking heeft de vader hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij beschikking van 23 november 2005 heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd en het in hoger beroep meer of anders verzochte afgewezen.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de vader beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De moeder heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 22 juni 2007.