ECLI:NL:HR:2007:BA6239

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 september 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/231HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de totstandkoming van een koopovereenkomst en aansprakelijkheid

In deze zaak gaat het om een geschil over de vraag of een koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen de eiseressen, Aan de Stegge c.s., en de verweerster. De verweerster heeft op 30 oktober 2001 respectievelijk 1 november 2001 Aan de Stegge c.s. gedagvaard voor de rechtbank te Breda. Zij vorderde, na wijziging van eis, te verklaren voor recht dat Aan de Stegge c.s. hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die zij heeft geleden als gevolg van de toerekenbare niet-nakoming van de koopovereenkomst. De rechtbank heeft, na een tweetal tussenvonnissen, bij eindvonnis van 6 oktober 2004 de vorderingen van de verweerster toegewezen. Hierop hebben Aan de Stegge c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft bij arrest van 18 april 2006 Aan de Stegge c.s. niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep tegen de tussenvonnissen en het eindvonnis van de rechtbank bekrachtigd. Tegen dit arrest hebben Aan de Stegge c.s. beroep in cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt Aan de Stegge c.s. in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door de raadsheren O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens en C.A. Streefkerk, en openbaar uitgesproken door de president W.J.M. Davids op 21 september 2007.

Uitspraak

21 september 2007
Eerste Kamer
Nr. C06/231HR
MK/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. AAN DE STEGGE ROOSENDAAL V.O.F.,
gevestigd te Roosendaal,
2. CNE BOUW B.V.,
gevestigd te Roosendaal,
3. EDO BOUW B.V.,
gevestigd te Lekkerkerk,
4. BOUWBEDRIJF AAN DE STEGGE ROOSENDAAL B.V.,
gevestigd te Roosendaal,
EISERESSEN tot cassatie,
advocaat: mr. J. Groen,
t e g e n
[Verweerster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Aan de Stegge c.s. en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
[Verweerster] heeft bij exploot van 30 oktober 2001 respectievelijk 1 november 2001 Aan de Stegge c.s. gedagvaard voor de rechtbank te Breda en gevorderd, na wijziging van eis, kort gezegd, te verklaren voor recht dat Aan de Stegge c.s. hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die [verweerster] tengevolge van de toerekenbare niet-nakoming van de koopovereenkomst heeft geleden dan wel nog zal gaan lijden, alsmede Aan de Stegge c.s. hoofdelijk te veroordelen om aan [verweerster] te betalen het bedrag van de totale schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met rente en kosten.
Aan de Stegge c.s. hebben de vordering bestreden.
De rechtbank heeft, na een tweetal tussenvonnissen van 22 oktober 2002 en 13 augustus 2003, bij eindvonnis van 6 oktober 2004 de vorderingen toegewezen.
Tegen deze vonnissen hebben Aan de Stegge c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 18 april 2006 heeft het hof Aan de Stegge c.s. niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep tegen de tussenvonnissen van 22 oktober 2002 en 13 augustus 2003 en het eindvonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben Aan de Stegge c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Aan de Stegge c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren O. de Savornin Lohman, als voorzitter, A.M.J. van Buchem-Spapens en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de president W.J.M. Davids op 21 september 2007.