ECLI:NL:HR:2007:BA6550
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- L. Monné
- C. Schaap
- Rechtspraak.nl
Cassatie over buitenlandse regeling en inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juni 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2001. De belanghebbende, werkzaam bij het Europees Ruimte-agentschap, had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, die door de Inspecteur was gehandhaafd. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende in cassatie ging.
De kern van het geschil betrof de vraag of de belanghebbende recht had op een persoonsgebonden aftrekpost voor uitgaven voor levensonderhoud van zijn twee minderjarige kinderen. Het Hof had geoordeeld dat de belanghebbende geen recht had op deze aftrekpost, omdat hij geen recht had op kinderbijslag ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). De belanghebbende ontving echter een zogenaamde dependant allowance van zijn werkgever, die hoger was dan de kinderbijslag, waardoor zijn echtgenote geen aanspraak kon maken op kinderbijslag.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling bevestigd dat de volkenrechtelijke regeling van het Europees Ruimte-agentschap als een buitenlandse regeling kan worden aangemerkt in de zin van artikel 6.14, lid 1, aanhef en letter a, van de Wet inkomstenbelasting 2001. Dit betekent dat de belanghebbende, die onder het sociale zekerheidsstelsel van het agentschap valt, niet in aanmerking komt voor de aftrekpost voor levensonderhoud van zijn kinderen. De Hoge Raad heeft de middelen van de belanghebbende verworpen en het beroep ongegrond verklaard, zonder termen aanwezig te achten voor een veroordeling in de proceskosten.
Deze uitspraak benadrukt de toepassing van belastingwetgeving in relatie tot internationale regelingen en de gevolgen daarvan voor belastingplichtigen die onder dergelijke regelingen vallen. De uitspraak is van belang voor de interpretatie van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de behandeling van buitenlandse tegemoetkomingen in de belastingheffing.